Iene Miene Media
Sinds 2012 initieert Netwerk Mediawijsheid het Iene Miene Media-onderzoek. Een grootschalige monitor naar het mediagebruik in gezinnen met jonge kinderen van 0 t/m 6 jaar. Ook dit jaar heeft Netwerk Mediawijsheid een verdiepend onderzoek uitgebracht waarbij de nadruk lag op ontspannen met media. Het onderzoek verkent hoe jonge kinderen zich ontspannen, welke rol digitale media hierbij spelen, en hoe deze invloed hebben op hun gedrag.
Heb je vragen over het onderzoek? Neem dan contact op met [email protected]
Iene Miene Media 2024
91% van ouders met kinderen van 0 t/m 6 jaar laten hun kinderen digitale media gebruiken om zelf iets anders te kunnen doen. Opmerkelijk is dat activiteiten zonder schermen, zoals spelen, sporten en lezen, voornamelijk samen met een ouder plaatsvinden. Dit staat in contrast met het gebruik van digitale media. Meer dan 60% van jonge kinderen maakt gebruik van digitale media zonder begeleiding van hun ouders.
Het digitale mediagebruik bedraagt onder jonge kinderen gemiddeld 1 uur en 51 minuten per dag, waarvan 1 uur en 39 minuten voor een scherm en 12 minuten voor luisteren naar media of bellen zonder beeld. Ook zien we dat driekwart van de ouders digitale media voor hun jonge kinderen gebruikt vanwege het plezier en de ontspanning die het biedt voor het kind. Slechts 50% van de ouders ziet echter dat het gebruik van digitale media daadwerkelijk bijdraagt aan het rustig worden van hun kinderen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat jonge kinderen nog steeds aanzienlijk meer tijd aan offline activiteiten besteden dan aan schermgebruik, gemiddeld 3 uur en 40 minuten per dag. Lees meer »
Eerdere edities van het Iene Miene Media-onderzoek
Een op de vier ouders van 0- en 1-jarigen geeft aan dat hun kind minstens 2 uur per dag aan beeldschermen besteedt. Gemiddeld besteden jonge kinderen tot en met 6 jaar 100 minuten per dag aan digitale media, met name op tablet, telefoon of televisiescherm. Het huidige mediagebruik bij jonge kinderen is aanzienlijk meer dan dat de World Health Organisation (WHO) adviseert. Volgens deze officiële richtlijnen zouden kinderen tot 2 jaar geen schermtijd moeten hebben en kinderen tot 5 jaar maximaal 1 uur per dag.
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat digitaal mediagebruik vaak samengaat met stilzitten, zoals activiteiten met een telefoon en gamen. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer dat toeneemt. Dat geldt voor activiteiten met media, maar ook voor alle andere activiteiten. Dat is zorgelijk, met name voor kleuters, die op school ook al vaker op vaste momenten zitten. Beweging is namelijk essentieel voor de gezondheid en ontwikkeling van jonge kinderen. Overmatig gebruik van digitale media en te weinig beweging op jonge leeftijd kan slaap en taalontwikkeling negatief beïnvloeden en overgewicht en bijziendheid in de hand werken. Echter zien we ook dat een kwart van de kinderen tussen de 0 en 6 jaar in beweging is tijdens het kijken van televisie en de helft van jonge kinderen als ze luisteren naar muziek of podcasts.
Een overgroot deel van de ouders is tevreden over de balans van slapen, bewegen en zitten bij hun kind. Tegelijkertijd geeft bijna de helft van de ouders aan dat ze het moeilijk vinden om het goede voorbeeld te geven. Er zijn allerlei redenen waarom ouders digitale media inzetten bij hun jonge kinderen en is het belangrijk om verder te kijken dan alleen wat het gebruik van digitale media op het gebied van beweging kost. Juist bij jonge kinderen is het aan ouders om een gezonde digitale balans te creëren voor hun kinderen, waarbij rekening gehouden wordt met hun lichamelijke gezondheid, maar ook zeker met hun sociale en mentale gezondheid (bijvoorbeeld het plezier en de ontspanning die het op kan leveren). Lees meer »
Mediaopvoeding is onder ouders van kinderen van 0 t/m 6 jaar geen urgent onderwerp. Bij maar liefst driekwart van de ouders staat mediaopvoeding op de laatste plaats – na gezonde voeding, voldoende bewegen, sociaal gedrag en hygiëne. Net als voorgaande jaren onderschrijft een ruime meerderheid van de ouders vooral de positieve effecten van media, zoals betere taalontwikkeling en rekenvaardigheid. Ook vinden ze media goed voor de creativiteit. Ouders zijn zich echter onvoldoende bewust van de schadelijke langetermijneffecten. Dit blijkt uit het Iene Miene Media-onderzoek 2022 dat tijdens de start van de Media Ukkie Dagen (25 maart t/m 1 april) is gepresenteerd.
Ouders zijn zich bewust van hun matige kennis over omgaan met media in de opvoeding van hun kind. Slechts drie op de tien ouders zijn van mening over voldoende kennis te beschikken. Toch lijken ouders hier niet onzeker over te zijn. Nog geen 10% van de ouders voelt zich onzeker als ze over mediaopvoeding praten met andere ouders. Ook schatten ze hun kennis over kind en media niet lager in dan andere ouders. Lees meer »
Uit het Iene Miene Media-onderzoek blijkt dat ouders van kinderen van 0 t/m 6 jaar milder zijn gaan denken over het effect van media op hun kind vergeleken met voorgaande jaren. Zo vindt een ruime meerderheid dat media hun kind helpen met onder meer taalontwikkeling en rekenvaardigheid. Ook zien ouders media als hulpmiddel om het kind bezig te houden wanneer zij zelf geen tijd hebben, of als zoethoudertje wanneer het kind zich verveelt. Daarentegen zijn ouders minder positief over het effect van media in relatie tot online onderwijs. Ruim een kwart van de ouders van 5-6-jarigen geeft aan dat hun kind hierdoor minder goed kan leren.
Dankzij de lockdown waren scholen en kinderdagverblijven dicht en werkten veel ouders thuis. Zeven op de tien ouders geeft aan dat de coronapandemie impact heeft op het mediagebruik van hun kind. Volgens ouders komt deze impact met name doordat hun kinderen meer achter een beeldscherm zitten dan vroeger en minder mogelijkheid hebben om met andere kinderen te spelen. Wel blijkt dat kinderen in 2021 slechts enkele minuten meer besteden aan media dan dat ze voor corona deden. Uit het Iene Miene Media flits-onderzoek dat vorig jaar direct na het ingaan van de thuisblijfmaatregelen is gehouden, bleek dat de totale beeldschermtijd tijdens de eerste lockdown met bijna een uur was toegenomen. Lees meer »
Het zijn ongewone tijden en in veel jonge gezinnen wordt er flink gebruikgemaakt van media. Gemiddeld driekwart van de ouders worstelt met de mediaopvoeding van hun jonge kind. Zo blijkt uit het nieuwe Iene Miene Media-onderzoek 2020.
Jonge kinderen besteden per dag gemiddeld een uur en drie kwartier aan beeldschermen, tegenover nog geen half uur aan lezen. Acht op de tien ouders vragen zich dan ook af wat een gezonde schermtijd is. En evenveel ouders worstelen met de vraag hoe ze hun kind iets anders kunnen laten doen dan beeldschermen gebruiken. Verder vragen ouders zich af hoe ze hun eigen mediagebruik kunnen beperken als voorbeeld voor hun kind. De helft van de ouders (50%), en dan met name hoogopgeleiden (62%), gelooft dat ze met het eigen beeldschermgebruik veel invloed hebben op hun kind. Lees meer »
» Leestip: In een blogartikel op netwerkmediawijsheid.nl licht expert Peter Nikken de resultaten én de belangrijke rol van professionals toe. "Misschien denken sommige ouders er te licht over en kunnen getrainde beroepskrachten een verschil maken."
Download Iene Miene Media-onderzoek 2020
Iene Miene Media-flitsonderzoek
Uit het Iene Miene Media-flitsonderzoek blijkt dat jonge kinderen (0 t/m 6 jaar) gemiddeld 2,5 uur besteden aan beeldschermmedia sinds de coronacrisis, bijna een uur meer dan normaal. Vooral het kijken van filmpjes is toegenomen, van 84 naar 114 minuten per dag, en het spelen van online spelletjes, van 29 naar 40 minuten gemiddeld. Daarnaast zijn ouders minder streng als het gaat om mediagebruik, zo blijkt uit aanvullend onderzoek onder het Landelijk Ouderpanel.
In de ‘normale situatie’ besteden kinderen gemiddeld een uur en drie kwartier als schermtijd, zo bleek uit het eerder door Netwerk Mediawijsheid gepubliceerde Iene Miene Media-onderzoek 2020, hét jaarlijkse onderzoek over mediagebruik onder kinderen van 0 t/m 6 jaar. Vanwege de thuisblijf-maatregelen rondom het coronavirus is er een aanvullend flitsonderzoek gedaan, om vast te stellen in hoeverre het mediagebruik in gezinnen nu anders is. Kinderen zijn meer thuis, en een groot deel van de ouders ook. Zo blijkt ook uit het flitsonderzoek dat zeven op de tien ouders thuiswerken en tegelijkertijd op hun kind moeten letten. Verder geeft 84% van alle ouders aan blij te zijn dat ze media kunnen inzetten om hun kind bezig te houden. Lees meer »
Uit de review komen diverse interessante ontwikkelingen naar voren die om meer aandacht vragen. Zo komen er als eerste steeds meer mobiele media in huis en verdwijnen de traditionele media als dvd-spelers en gameconsoles. Mogelijk vinden die apparaten deels hun weg naar de kinderkamer. Jonge kinderen hebben nu sowieso ook steeds meer eigen media, met name touchscreens zijn meer en op jongere leeftijd voor hen toegankelijk. Met meer apparaten ter beschikking, zijn jonge kinderen ook steeds meer tijd aan beeldschermen gaan besteden. In de afgelopen jaren is de dagelijkse mediatijd gemiddeld een kwartier langer geworden. Die toename van beeldschermgebruik was niet voor alle kinderen hetzelfde. Vooral de allerjongsten hebben de schermtijd sterk uitgebreid; kinderen tot 3 jaar zijn er nu per dag een half uur langer mee bezig.
Media worden niet alleen langer, maar ook vaker alleen gebruikt. Bellen en skypen doen bijna alle kinderen meestal nog met de ouders samen. Maar filmpjes of programma’s kijken, applicaties gebruiken en spelletjes spelen doen kinderen tegenwoordig tamelijk vaak alleen en ook meer dan voorheen. Het kan zijn dat kinderen hierdoor beter met media kunnen omgaan. De gemiddelde mediavaardigheid is volgens de ouders toegenomen. Maar het kan ook zijn dat de techniek het gebruik gewoon gemakkelijker maakt en dat kinderen daardoor meer media (alleen) gebruiken. Aangezien vooral oudere kinderen als meer mediavaardig worden ingeschat, en bij hen de mediatijd relatief het minst is uitgebreid, zou de laatste verklaring inderdaad meer plausibel kunnen zijn. Lees meer »
Download Iene Miene Media review 2012 - 2018
» Mediaopvoeding bij opvoed-ondersteuners - een veldscan onder professionals
» Mediaopvoeding | Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl)
Uit het Iene Miene Media 2018 onderzoek blijkt dat ouders nog steeds veel vragen hebben over de mediaopvoeding van hun kinderen. Zo willen ruim 4 op de 10 ouders graag weten hoe zij voor de online veiligheid van hun kind kunnen zorgen, hoe ze hun kinderen het beste kunnen helpen bij het gebruiken van media en hoe zij het gebruik van beeldschermmedia in de hand kunnen houden.
Uit het onderzoek blijkt ook dat vlak voor het eten veel jonge kinderen (46%) televisiekijken, filmpjes afspelen en apps gebruiken. Daarnaast denkt 45% van de ouders dat het leerzaam is wanneer hun kind zelfstandig filmpjes kijkt op de smartphone of tablet, terwijl dat niet zo is. Ook zijn er verschillen in de rol van de ouders bij mediaopvoeding. Vaders lezen hun dreumes, peuter of kleuter minder vaak voor dan moeders. Ook begeleiden vaders hun jonge kind minder vaak op de tablet of smartphone, terwijl dat beter is voor de ontwikkeling van hun ukkie. Verder blijkt dat vaders vaker dan moeders vinden dat kinderen evenveel leren van ervaringen in het 'echte' leven, als van ervaringen die zij op doen bij het gebruik van media. Lees meer »
Download Iene Miene Media-onderzoek 2018
» Belang vaardigheden Iene Miene Media 2018 (extra toelichting op het belang van vaardigheden binnen het Iene Miene Media-onderzoek 2018)
» Digiskills rapport Iene Miene Media 2018 (extra onderzoek uitgevoerd in het kader van het Iene Miene Media-onderzoek)
De tv is het populairste scherm voor kinderen (82%), op de voet gevolgd door de tablet (64%). Ook de smartphone wordt veel gebruikt. 37% van de peuters en kleuters heeft thuis geregeld een smartphone in handen om filmpjes te bekijken of een spelletje te spelen. In slaapkamers van jonge kinderen zijn weinig schermen te vinden. Toch heeft 13% van de kinderen tot en met zes jaar al een televisie op hun kamer staan. Bij peuters en kleuters van laagopgeleide ouders is de kans 1 op 4 dat zij een tv op hun kamer hebben.
Verder blijkt dat bijna tweederde van de ouders moeite heeft met het instellen van filters en parental controls of daar onbekend mee is. Daarmee kunnen zij bijvoorbeeld voorkomen dat hun kind met seksueel getinte content wordt geconfronteerd of te lang gebruik maakt van het scherm. Veel ouders hebben vragen over het mediagebruik van hun kinderen. Zoals: hoe kan ik de online veiligheid van mijn kind garanderen (51%)? Hoe houd ik het gebruik van beeldschermmedia in de hand (48%)? En de content die mijn jonge kinderen bekijken, is dat goede content (46%)? Lees meer »
Hoe garandeer je de veiligheid van je kind online of bepaal je wat een verantwoorde schermtijd per dag is? Nu digitale media zo’n belangrijke rol in de levens van jonge kinderen spelen, worstelen steeds meer ouders met dit soort vragen. Een ‘Schijf van Vijf’ voor mediaopvoeding, gericht op dit soort praktische vraagstukken, klinkt 51 procent van de jonge ouders dan ook als muziek in de oren.
Verder blijkt dat digitale media voor steeds meer jonge kinderen de normaalste zaak van de wereld zijn. Zo laten vier op de tien ouders kinderen voor hun tweede levensjaar kennismaken met een smartphone. Een derde van de kinderen in deze leeftijdsgroep gebruikt wel eens een tablet om een video te bekijken of een spelletje te spelen. Het merendeel van de jonge ouders zegt weinig moeite te hebben met de mediaopvoeding van hun kinderen. Toch stelt het mediagebruik van de allerkleinsten hen voor een aantal nieuwe opvoeduitdagingen. Lees meer »
Ouders in spagaat door toename mediagebruik
Ouders komen steeds vaker in een spagaat door de toename van het mediagebruik van hun kinderen. Aan de ene kant staan ze hun kinderen steeds vaker en langer toe om met tablets en computers te spelen, zelfs tot in de slaapkamer. Aan de andere kant zijn ouders er ook van overtuigd dat media geen ‘must’ voor hun kinderen zijn en vinden ze dat kinderen beter iets anders kunnen doen dan met media bezig te zijn.
De televisie neemt anno 2015 in de wereld van jonge kinderen nog steeds de meest prominente plaats in (1-4 jaar: 46 minuten per dag, 5-8 jaar: 53 minuten per dag). Toch vindt 51% van de ouders dat ‘gewoon speelgoed’ beter is voor kinderen en 48% van de ouders vindt dat kinderen beter iets anders kunnen doen dan media gebruiken. Lees meer »
Goed omgaan met digitale media belangrijk voor breinontwikkeling van jonge kinderen
Het gewone 'ouderwetse' (voorlees-)boekje is nog steeds het meest populair, ook kijken 58% van de kinderen jonger dan 1 jaar regelmatig televisie. Kleine kinderen maken thuis steeds intensiever gebruik van digitale media zoals computers, tablets, televisie, radio, cd’s en dvd’s. Vooral de populariteit van tablets stijgt snel. Gemiddeld wordt hier 22 minuten per dag aan besteed. 45% van de kinderen is hier al mee bezig voordat ze één jaar worden.
Ouders zijn blij met alle mogelijkheden voor hun kinderen, maar ze hebben ook twijfels en vragen en vinden zeker niet zomaar alles goed. Ze houden het gebruik van media van hun kinderen in de gaten. Lees meer »
Tabletgebruik één-jarigen fors toegenomen
Net als in 2012 bleek dat ouders sterk betrokken zijn bij het mediagebruik van hun kind. Ze zeggen goed na te denken over wat zij hun kinderen aan media voorschotelen, praten met hun kinderen over het mediagebruik en stellen regels zoals een maximale tijdsduur voor mediagebruik op. Veilig internetgebruik van hun kinderen vinden ze erg belangrijk. Vooral de moeders zijn vaker dan vaders samen met hun kinderen bezig met digitale media.
Uit het onderzoek komen duidelijk de voordelen naar voren: ouders zien hoe geïnteresseerd en nieuwsgierig hun jonge kinderen naar digitale media zijn, en hoeveel plezier ze eraan beleven. Ze zien ook dat hun kinderen er wat van opsteken. Lees meer »
33% jonge gezinnen bezit tablet: kleuters actief met apps en YouTube
Iene Miene Media 2012 gaf antwoord op vragen als: welke media zijn er in huis? Mogen de kinderen daarmee spelen? Zo ja, hoe lang? En wat doen ze er zoal mee? Welke digitale vaardigheden hebben baby’s en jonge kinderen?
Ook zijn de positieve en negatieve effecten van mediagebruik die opvoeders ervoeren in kaart gebracht. Tot slot is onderzocht wat opvoeders aan mediaopvoeding doen, en welke vragen en problemen ze daarbij ondervinden. Lees meer »